Bevolking Albanie
De bevolking bestaat voor ca. 97% uit Albanezen (die zichzelf Shqiptarë
noemen) en verder uit Grieken, enige duizenden Slaven (Macedoniërs,
Montenegrijnen, Bulgaren, Serviërs) en Turken, Vlachen (ook
wel Aromunen of Balkan-Roemenen genoemd) Armeniërs en zigeuners.
De etnische Albanezen kunnen onderverdeeld worden
in twee groepen, die omstreeks de 12e eeuw zijn gevormd en ieder
hun eigen Albanees dialect spreken. In het noordoosten van het land
wonen ten noorden van de Shkumbin-rivier en in Kosovo de Ghegen,
bergbewoners. Ten zuiden van de Shkumbin wonen de Tosken.
In Albanië zelf wonen 3,54 miljoen mensen (2004); meer dan
drie miljoen Albanezen wonen in het buitenland, van wie 2,5 miljoen
in Kosovo, Macedonië en Montenegro, de rest onder andere in
Zuid-Italië en Griekenland.
De bevolkingsdichtheid bedraagt ca. 129 personen per
km2. Het dichtstbevolkt zijn het heuvelland en de kuststrook, met
name de districten Tirana en Vlorë.
Voor de Tweede Wereldoorlog woonden veruit de meeste
Albanezen nog op het platteland. Op dit moment woont meer dan 40%
in de stad (Europees gezien erg weinig) en de trek naar de steden
neemt nog steeds toe.
|